Voorbeelden van het gebruik van Onschuldig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Edina monsoon onschuldig.
En de gemeente zal de beschuldigde als onschuldig blijven beschouwen.
Ware vriend weet dat ik onschuldig ben, moet zwijgen.
Niet als ze onschuldig en rijk zijn… en verdedigd worden door Henry Rose.
Onschuldig of verwijtbaar.
Want de HEERE zal niet onschuldig houden dengene, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt.
Onschuldig bloed geeft niemand kracht.
Onschuldig tot z'n schuld bewezen is.
Ja, onschuldig is goed.
Niemand onschuldig, ga verder.
Christus, onschuldig, heeft de zondaars met de Vader verzoend.
Ze miste een onschuldig iemand die de boel opvrolijkte.
Er is niets onschuldig met wat we deze planeet aandoen.
Maar je hebt onschuldig bloed aan je handen omdat je het fout hebt.
Ik kwam onschuldig in deze klerezooi en ik ben nog steeds onschuldig. .
Eerst onschuldig doen, Ik ben niet de eerste, hé?
De man was onschuldig. U verdacht hem niet eens.
Hij zou onschuldig kunnen zijn.
Ik was onschuldig veroordeelt ik hoorde niet in de gevangenis.
Dat ze onschuldig is veroordeelt voor de brandstichting.