Voorbeelden van het gebruik van Raak in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik raak nooit opgewonden van toevalligheden.
Ik raak een beetje van slag.
La donc! Op het einde, raak ik.
Raak die bal.
Raak het oranje koppelstuk niet aan.
Helen kIetst maar raak.
Ik raak m'n appartement kwijt.
Raak hem nooit kwijt.
Ik raak opgewonden.
Raak hem kwijt.
Op de eerste plaats ben ik truckchauffeur. Ik raak niet benauwd.
Ik weet niet wat dit spul met je doet als ik je raak.
Raak verdomme die zak.
Raak de noodplannen rekening te allen- het bestaat niet!
De volgende is wel raak.
Dollar of ik raak m'n huizen kwijt.
Alpha1, raak hem niet kwijt!
Ik raak altijd opgepept voor een opdracht.
Raak hem op een of andere manier kwijt.
Oké de Chinesen zijn er echt, ik raak in paniek!