FRAPPER - vertaling in Nederlands

slaan
frapper
battre
taper
gifler
cogner
tabasser
claquer
sauver
stockons
enregistrons
raken
toucher
frapper
atteindre
heurter
ne
affectent
deviennent
perd
sont
tombent
kloppen
frapper
battre
être juste
correspondent
sont
collent
concordent
toquer
vrai
les battements
hit
succès
frapper
coup
tube
touché
treffen
voir
trouver
adopter
atteindre
prennent
affectent
touchent
frappent
concernent
rencontre
aanvallen
attaque
frapper
agresser
crises
convulsions
agressions
attentats
épisodes
assauts
schoppen
pique
botter
frapper
coups de pied
pelles
donner des coups
virer
neerslaan
précipitation
précipiter
frapper
assommer
se déposer
la répression
déclenchants
klap
coup
gifle
choc
claque
frappé
tape
clap
avec une pierre
applaudis
de soufflage

Voorbeelden van het gebruik van Frapper in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
C'est lui que vous auriez dû frapper, alors faites-le.
Hij is degene die je had moeten neerslaan, dus doe het nu maar.
Un streptocoque viridans peut frapper le coeur.
Strep viridans kunnen het hart aanvallen.
Frapper le ballon: frapper le ballon avant qu'il n.
Kick de bal: de bal schoppen voor het verlaten van.
Je pourrais frapper un des livreurs avant qu'il entre.
Ik kan één van de geldophalers neerslaan.
Le Président veut frapper.
De president wil aanvallen.
Je ne veux pas dire la frapper.
Ik bedoel niet haar schoppen.
Tu peux pas frapper un garde.
Je kunt niet een bewaker neerslaan.
Monsieur, nous devons frapper, dès maintenant.
Sir, we moeten aanvallen, nu meteen.
Je veux dire, frapper quelque chose.
Ik bedoel, iets schoppen.
On doit frapper maintenant.
Je moet nu aanvallen.
Je ne pense pas que frapper le chien va aider.
Ik denk niet dat de hond schoppen zal helpen.
Je veux anticiper sur lequel ils vont frapper.
Ik wil anticiperen welke ze zullen aanvallen.
Pourquoi juste le frapper?
Waarom alleen maar schoppen?
Nous devons frapper immédiatement.
We moeten onmiddellijk aanvallen.
Ils vont frapper le Wyoming?
Gaan ze Wyoming aanvallen?
Il a l'air de frapper comme une fille, mais ça fait mal.
Het lijkt dat slaat als een meid maar die klappen komen hard aan.
Vous venez de frapper un poisson et cassé un quart de miIIions-doIIar submersibIe.
Je het zojuist een vis geraakt, en een dompelpomp van kwart miljoen dollar gebroken.
Pourquoi tu viendrais pas me frapper avec ta grosse bite?
Sla me maar met die grote lul van je?
Pourquoi me frapper?
Waarom sloeg je me?
Elle aime frapper.
Ze slaat graag.
Uitslagen: 2136, Tijd: 0.1418

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands