Voorbeelden van het gebruik van Afscheiden in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
werd toegelaten tot het afscheiden in 1971.
Is het genoeg om me te willen afscheiden van de Unie?
Je houding zou het vertrouwen moeten afscheiden zonder merkbaar te zijn.
Behandelen van stremsel na het afscheiden van de wei;
Het eiland Anguilla in opstand en werd toegelaten tot het afscheiden in 1971.
Niet iedereen wil echter vijanden afscheiden.
Ik bedoel niet te zeggen dat u zich van mensen moet afscheiden.
Organisatorische maatregelen, zoals het afscheiden van werkplekken.
Nieuwe oplossing voor het afscheiden van suiker.
We weten allemaal dat Concord zich uiteindelijk niet mag afscheiden.
De eerste zes staten afscheiden hield het grootste aantal slaven.
De vrijheid van verenigen veronderstelt de vrijheid van afscheiden.
De enige persoon die zich van een groep kan afscheiden is de persoon zelf.
Of de cellen van B, die antilichamen afscheiden die virussen of bacteriën huidig in het bloed
De Serven dachten; als de Kroaten zich kunnen afscheiden van Joegoslavië… waarom de Serven dan niet op hun beurt weer van Kroatië?
Bovendien bestaan er talgklieren die een vette materie afscheiden die verantwoordelijk zijn voor de ondoordringbaarheid
Alleen op deze manier kunt u afscheiden van het installatieprogramma van de PUPs- potentieel ongewenste programma‘ s.
Of de cellen van B, die antilichamen afscheiden die virussen of bacteriën huidig in het bloed
Hormonen androgenen genaamd communiceren met de klieren die talg afscheiden via kleine openingen in de huid, follikels genaamd.
Diegenen die natrium goed kunnen afscheiden en een normale bloeddruk kunnen handhaven, bevinden zich in de beste positie,