Voorbeelden van het gebruik van Bemin in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik kom terug ik vind je, ik bemin je ik trouw met je.
Het is niet dat ik het leven niet bemin.
Bemin allen, vertrouw weinigen, doe niemand kwaad.
Bemin uw vijanden, voor het geval uw vrienden klootzakken zijn.
Ga in vrede en bemin en dien de Heer.
Bemin uw naaste gelijk uzelf.
Bemin je vijand.
Bemin en aanbid hem.
Ik zegen jullie en bemin jullie met een bijzondere liefde.
En Jezus zei tot Maria: Bemin het lichaam.
Bemin degene met wie je bent.
Ga en bemin de prinses!
Bemin de heer. Toen de verlosser z'n apostelen uitstuurde, zei hij?
Bemin me, Gertrude.
Ik bemin Jezus, ik bemin Jezus!
Ik ben met jullie en ik bemin jullie met onmetelijke liefde.
Jezus leert me: bemin iedereen.
Ik heb geen wetten, ik bemin mijn wetten.
Heb vertrouwen in Mij en bemin mijn Zoon.
Kindertjes, vergeet niet dat ik jullie met een tedere liefde bemin.