Voorbeelden van het gebruik van Heus in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Deze mensen hier weten heus niet over wie we 't hebben.
Niemand doet je iets aan, heus.
Maar niet heus.
Ben begrijpt 't heus wel.
Ik neem heus niet alles wat Gabriel zegt voor waar aan.
Heus, Tom.
Ik onthoud het heus wel… als iemand zoiets over me zegt.
Het spijt me. Het… Het heeft niets met jou te maken, heus.
Internationale groei-ambities De Heus.
En"werken aan zichzelf" is heus geen ziekelijk individualisme.
Jij krijgt heus je geld wel.
Oscar, heus, ik zal ermee stoppen.
Dokter, ik weet heus wel wat van geneeskunde.
Ik gebruik ze vanavond, heus.
Maar zijn planeet is heus te klein.
Ik weet heus wel wat je van plan bent?
Heus wel, hoor. Daar leek het niet op vandaag in de rechtszaal?
Dank je, meisje. Ik weet heus wel wat ik doe.
Die mis je heus niet.
Ons avondje komt binnenkort, heus.