HIJ WIST - vertaling in Spaans

sabía
weten
namelijk
kennen
horen
wetenschap
conocía
kennen
ontmoeten
weten
bekend
u kennismaken
voldoen
kennis
leren
hoogte
ontmoeting
sabia
wijze
verstandig
een wijs
salie
geleerde
alwijs
slim
sage
wise
wijsgeer
supiera
weten
namelijk
kennen
horen
wetenschap
supo
weten
namelijk
kennen
horen
wetenschap
sabe
weten
namelijk
kennen
horen
wetenschap

Voorbeelden van het gebruik van Hij wist in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Hij wist niet wat hij er van denken moest.
No qué estoy pensando. por supuesto.
Wat zou hij voelen als hij wist wat je had gedaan?
Imagínate cómo se sentiría si supiese lo que has hecho?
Alsof hij wist dat de machine zou uitbetalen.
que la máquina no fue arreglada.
Hij zei dat hij niet wist wat hij zonder jou moest.
Ha dicho que no sabría que hacer sin ti.
Hij wist dat zijn kerk instrumenten van marteling zou uitvinden en gebruiken;
Sabría que su iglesia iba a inventar y utilizar instrumentos de tortura;
Als hij wist dat ik bij 't Covenant hoorde,
Si supiese que soy de El Convenio me arrestaría,
Hij wist dat hij zijn seinsnelheid niet meer kon opvoeren.
Sabían que no podían prolongar más su arrebato.
Hij wist niet waar die wijn vandaan kwam.
Pero no sabían de dónde venía ese vino.
Hij zei dat hij niet wist wat er met Jason gebeurd is.
Dijeron que no sabían lo que había pasado a Jason.
Alsof hij wist wat ons te wachten stond.
Es como si supiese lo que nos espera.
Hoe zou hij zich voelen als hij wist dat dit doorgestoken kaart was?
¿Cómo crees que se sentiría si supiese que todo esto es falso?
Hij wist dat zijn kerk folterwerktuigen zou uitvinden en gebruiken;
Sabría que su iglesia iba a inventar y utilizar instrumentos de tortura;
Hij wist dat een medaille mogelijk was.
Sabían que había posibilidad de medalla.
Ik weet niet wat hij toen wist.
No qué sabría a esas alturas.
Hij zou terugkomen zodra hij iets wist.
Volvera en cuanto sepa algo.
Ik geloof niet dat hij iets wist.
No creo que supiese nada.
En Mr Skinner is vast gevlucht toen hij wist dat we hem ontmaskerd hadden.
Y el Sr. Skinner debe de haber huido al darse cuenta que sabíamos.
Hij wist over mijn geheugen!
Sabía lo de mi memoria.-¡Me refería a mí!
Hij wist waarschijnlijk van de plannen van zijn ouders.
No, Sr. Al parecer él conocía los planes de sus padres.
Hij wist alles over de Folliat familie.
Lo sabía todo de la familia Folliat.
Uitslagen: 6159, Tijd: 0.074

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans