Voorbeelden van het gebruik van Humor in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Humor en tegelijk ernst.
Er zit weinig humor in Mevr. Crawley, kan ik je vertellen.
We praten met humor over onze serieuze oplossingen en producten.
Veel humor, Marjorie.
Veel humor, Marjorie.
Humor, Persoonlijk, Twitter.
Wanneer je de humor in een situatie kan zien, win je.
Ze zeggen dat humor de beste medicijn is.
Als dat humor is, bespaar je de moeite.
Hij heeft Nepalese humor.
Een verkeerde poging van humor.
Eerlijkheid, intellect en humor trekken Gemini aan.
Dan noemen ze komedie, humor en grappen.
Een tragedie heeft tijd nodig voor humor.
Serieus, genoeg met de kont gerelateerde humor.
Dat is jouw gevoel voor humor?
Omdat ik een gestoorde zeikerd ben zonder humor?
Hij heeft nogal zwarte humor.
McManus, waar is je gevoel voor humor?
En de ander wordt vervloekt vanwege zijn charme en humor.