Voorbeelden van het gebruik van Omging in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij wist dat Bobby Slade met zijn vrouw omging.
Je moeder had er een hekel aan als je met mij omging.
Ik dacht dat je constant met de dood omging.
Weet je of Barbara met iemand omging?
U denkt dat Graig met Robbies vriendin omging?
hoe Anna met mij omging.
Nee, Kurt was gewoon iemand met wie ik een tijdje omging.
Nee, hoe bedoel je'met wie ik omging'?
Vraag op straat naar met wie ze omging.
Ik wist niet dat je met een opgeleide arts omging.
Ik wou je bedanken, omdat je zo goed omging met alles.
Ik weet met wat voor mensen je omging in New York.
Een jongen van school zegt dat hij met haar omging.
Hoe denk je dat hij daarmee omging?
Ik sprak enkele meiden van de middelbare school met wie ik veel omging.
Jij was de enige reden dat ik omging met die water boarder McNally.
Je had ons moeten vertellen, dat je met haar omging.
Wie weet wat er in haar omging?
Kan je je herinneren met wie Cindy omging toen ze zwanger werd?
En die gast met wie mijn moeder destijds omging… stond op… zette de muziek uit… en stuurde me terug naar mijn stoel.