Voorbeelden van het gebruik van Zij bleven in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar zij bleven schreeuwen dat Jezus moest sterven.
Zij bleven ondersteunen van de Zubayrids.
Zij bleven in de Bronx.
Maar zij bleven zwijgen.
Zij bleven bij David.
Zij bleven een heftige en compromisloze toewijding aan hun stamgod, Jehovah.
Zij bleven keurig achter een hek, zodat wij onze privacy hadden.
Zij bleven daar tot 1909 toen de harem werd ontbonden.
De Bijbel zegt: zij bleven daar tot alle oude strijders uitgestorven waren.
Zij bleven daar totdat zij wisten
En zij bleven daar ongeveer tien jaar.
Maar zij bleven tegen hem zondigen.
Maar zij bleven komen.
Zij bleven gewoon thuis en dat deden ze.
Zij bleven veertig jaar op de berg.
Zij bleven zodoende blootstaan aan de invloed van andere klassen.
De enige zekerheid was dat zij zouden sterven als zij er bleven.
Het leek oneerlijk dat wij weggingen en zij bleven.
Van Kibroth Thaava verreisde het volk naar Hazeroth; en zij bleven in Hazeroth.