QUE VIVE - vertaling in Nederlands

die leeft
que viven
que conviven
que habitan
que la vida
que estaban vivos
die woont
que viven
que residen
que habitan
que moran
que asisten
que pueblan
die samenwoont
que viven
que cohabitan
que conviven
que la convivencia
die woonachtig is
que residen
que viven
que son residentes
cuyo país de residencia sea
dat hij woont
que vive
die voortleeft
die leven
que viven
que conviven
que habitan
que la vida
que estaban vivos
die wonen
que viven
que residen
que habitan
que moran
que asisten
que pueblan
die leefde
que viven
que conviven
que habitan
que la vida
que estaban vivos

Voorbeelden van het gebruik van Que vive in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Nos han dicho que vive arriba.
Men heeft ons gezegd dat hij hierboven woont.
Cada minuto que vive es un minuto que está conspirando contra nosotros.
Iedere minuut dat ze leeft is er een waarin ze iets plot tegen ons.
Lo siento,¿le hice pensar que vive aquí?
Het spijt me, deed ik u denken dat hij hier woont?
Alguien que vive o se inclina a vivir en comunidades;
Iemand die leeft in, of zich aangetrokken voelt tot het leven in een gemeenschap;
Y creo que vive ahí.
Ik denk dat ze daar woont.
Una semilla que vive dentro de otras semillas.
Een zaadje dat leeft in… andere zaadjes.
El gordo Freddie dijo que vive aquí.
Dikke Freddy zei dat hij hier was.
Dice la señora que vive aquí.
Deze dame zegt dat ze hier woont.
¿Que vive por aquí?
Zoals dat ze hier woont?
Una persona que vive aquí, que soy yo y estoy bien.
Een persoon hier dat het leven is mij en ik ben oke.
Supongo que vive aquí?
Ik veronderstel dat je hier woont?
La policía dice que vive sola, no es muy sociable.
De politie verklaart dat ze alleen woont, en niet erg sociaal is.
De hecho, alguien que vive con ella o su hijo adulto?
In feite, iemand die je leven met haar of haar volwassen zoon?
Ella dice que vive aquí.
Ze zegt dat ze hier woont.
Las tarjetas de plástico que representa el dinero que vive en un equipo?
Plastic kaarten vertegenwoordigen geld dat woont op een computer?
Dejandole saber que vive sola?
Opmerkend dat ze alleen woont?
Que vive en Antigua y Barbuda hoy?
Wie woont in Antigua en Barbuda vandaag?
La pareja que vive al lado también es muy acogedor.
Het echtpaar dat woont naast de deur is ook zeer gastvrij.
Esto probablemente explica que vive muy bien hoy!!!
Dit verklaart waarschijnlijk het leeft heel goed vandaag!!!
Dice que vive sola pero alguien había usado el baño de abajo.
Ze zegt dat ze alleen woont maar de bril stond omhoog in het toilet beneden.
Uitslagen: 1198, Tijd: 0.0833

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands