CHIEF in Dutch translation

• chief
• chef
• hoofd
• baas
• commissaris
• opperhoofd
• leider
• hoofdcommissaris
• stamhoofd
• commisaris
• inspecteur
• korpschef
• hoofdinspecteur
• belangrijkste

Examples of using Chief in English and their translations into Dutch

My Chief Analyst, William Brandt.
Mijn hoofd analist, William Brandt.

Maybe Chief Liu.
Misschien Opperhoofd Liu.

You must be chief Johnson.
U moet commissaris Johnson zijn.

Even Sam Hess. For Pearl, the Chief.
Pearl, de chef, zelfs Sam Hess.

My chief thinks the daughter of a.
Mijn baas denkt dat de dochter van.

Deb Fletcher, Chief of Station.
Deb Fletcher, Chief van Station.

He also serves as the Chief Scientific Officer of Unidym.
Hij dient ook als Belangrijkste Wetenschappelijke Ambtenaar van Unidym.

Chief, they won't be found.
Hoofdcommissaris, hij wordt niet gevonden.

Chief, are you married?-Really?
Leider, ben je getrouwd?-Echt?

Chief Liu.
Opperhoofd Liu.

No. Chief Inspector Anthony Gates.
Nee. Hoofd Inspecteur Anthony Gates.

Chief, there's a couple here with their daughter.
Baas, er is hier een stel met hun dochter.

Erling Munk is the chief of police of Fortitude!
Erling Munk is commissaris van de politie in Fortitude!

Station.- Deb Fletcher, Chief of.
Deb Fletcher, Chef van… Station.

My father, Chief Ortega.
Mijn vader, Chief Ortega.

His chief work is Hydrodynamica,
Zijn belangrijkste werk is zijn Hydrodynamique(Vloeistofmechanica),

Chief Hiccup. May I?
Stamhoofd Hikkie, toch? Mag ik?

Deputy Chief Santos.
Plaatsvervangend hoofdcommissaris Santos.

Chief, I think they suit each other very well.
Leider, ik denk dat ze bij elkaar passen.

Chief Inspector Anthony Gates.- No.
Nee. Hoofd Inspecteur Anthony Gates.