GEREDET - vertaling in Nederlands

• gesproken
• gepraat
• gezegd
• gehad
• gesprek
• het over
• gekletst
• praten
• praatte
• sprak
• praat
• zei

Voorbeelden van het gebruik van Geredet in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich habe gerade mit Ihrem Sohn geredet.
Ik had een gesprek met uw zoon.

Ein paar der Mädchen haben über dich und Nick geredet.
Een paar meiden hebben het over jou en Nick gehad.

Ich habe mit Nick geredet.
Ik heb met Nick gepraat.

Tante Martha geredet.
tante Martha gesproken.

Niemand hat vom Tod geredet.
Niemand heeft iets over 'dood' gezegd.

Wir haben geredet und getrunken.
We waren aan het praten en aan het drinken.

Ich habe mit dem Kerl geredet.
Ik had een gesprek met de man.

Ich habe Ihren Führerschein. Genug geredet.
Genoeg gekletst. Ik heb je rijbewijs.

Worüber habt ihr geredet, Oliver?
Waar heb je het over, Oliver?

Ich habe mit seinen Patienten geredet.
Ik heb met zijn patiënten gepraat.

Ich habe mit Dennis geredet.
Ik heb met Dennis gesproken.

Wir haben nicht über gestern geredet.
We hebben het niet meer over gisteravond gehad.

Sie haben genug geredet.
U hebt al genoeg gezegd.

Er hat mit meinen Lieutenants, meinem alten Partner geredet.
Hij praatte met mijn luitenants, mijn oude partner.

Getrunken, geredet, was gegessen.
Drinken, praten, wat eten.

Ich habe mit meinem Onkel geredet.
Ik had een gesprek met mijn oom.

Vielleicht hat jemand geredet, aber das war ganz sicher nicht Jennifer.
Misschien heeft er iemand gekletst, maar Jennifer niet.

Davon hat Oliver geredet.
Daar had Oliver het over.

Ich habe mit Amy geredet.
Ik heb met Amy gepraat.

Wir haben noch nicht mit allen geredet.
We hebben nog niet iedereen gehad.