GOTT - vertaling in Nederlands

• god
• hemel
• allah
• jezus
• jeetje
• jee
• mijn god
• gods
• goden

Voorbeelden van het gebruik van Gott in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Wahrscheinlich nicht. Gott, ich will nicht sterben.
Waarschijnlijk niet. Jezus, ik wil niet dood.

Gott, was würden wir Häuser verkaufen.
Jeetje, wat zouden we veel huizen verkopen.

Das ist Susan! Oh Gott.
O jee, het is Susan.

Gib Gott nicht die Schuld.
Het is Gods schuld niet.

Sie ist wunderschön. Mein Gott.
Mijn hemel, ze is beeldschoon.

Oh, mein Gott.
O mijn god, ik.

Gott ist am größten.
Allah is de grootste.

Wasser. Gott, warum ist hier kein Wasser?
Water. Mijn god, waarom is er geen water?

Gott, wie ich meine Mutter hasse.
Jezus, wat haat ik m'n moeder.

Oh Gott, er will ehrlich sein.
O jee, hij wil eerlijk zijn.

Ann?- Ja?- Gott segne Sie?
Gods zegen.- Ann?- Ja?

Gott, was hast du mit deinem Gesicht gemacht?
Jeetje, wat heb jij met je gezicht gedaan?

Mein Gott, ich kann damit nicht umgehen.
Mijn hemel, ik kan dit niet aan.

Ob es einen Gott gibt.
Je vraagt je af of er een God is.

Aber Gott sei Dank hat er es getan.
Maar dank de goden dat hij het gedaan heeft.

Gott ist mir genug!
Allah is voldoende voor me!

Gott, er hatte recht!
Mijn god, hij heeft gelijk!

Gott, ihr habt mir nicht gesagt,
Jezus, je hebt me niet verteld

Aber… Oh Gott, haben Sie einen Schlaganfall?
Maar… O jee, heb je een beroerte?

Warum fragst du? Gott, du Idiot?
Jeetje, eikel. Waarom vraag je dat?