HALBE - vertaling in Nederlands

half
halb
mitte
hälfte
annähernd
helft
hälfte
halbjahr
halb
een halve
halbe
einen halben
bier
ale
beer
biertje
bier
bierchen
trink ein bier
halfslachtig
halbherzig
halbe
halbe
halve
halb
mitte
hälfte
annähernd
halfje
halb
mitte
hälfte
annähernd

Voorbeelden van het gebruik van Halbe in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Computer töten keine halbe Million Leute. Ja, natürlich.
Computers doden geen half miljoen mensen. Natuurlijk.
Und meine halbe Hypothekenrate.
En de helft van mijn lening.
Das halbe Büro isst da.
Ons halve kantoor eet daar.
Eine halbe vielleicht.
Misschien een halfje.
Ich gebe dir unsere halbe Streitmacht.
Ik geef je de helft van onze troepen.
Halbe Stunde von wann?
Half uur vanaf wanneer?
Seine halbe Schulter wurde weggerissen.
Zijn halve schouder lag eraf.
Vielleicht eine halbe.
Misschien een halfje.
Ich hab meine halbe Kindheit da verbracht.
Ik heb de helft van mijn jeugd hier doorgebracht.
Eine halbe Ziege ist ein Faun.
Half geit is een faun.
Nein. Halbe Sachen, Matty.
Halve maatregelen, Matty. Nee.
Der halbe Saal will sein wie wir.
De helft hier wil ons zijn.
Ruf jede halbe Stunde an. Elizabeth.
Bel ieder half uur. Elizabeth.
Schnitt ihm das halbe Ohr ab.
Sneed z'n halve oor eraf.
Nachdem wir seine halbe Familie bei der Taufe töteten?
Nadat we de helft van zijn familie vermoordden bij de doop?
Halbe Stunde.
Half uur.
Meine halbe Arbeit war da drauf.
Mijn halve proefschrift stond daarop.
Unsere halbe Flotte ist vernichtet.
De helft van onze vloot is vernietigt.
Nein. Nicht das halbe.
Nee, niet half.
Unsere halbe Flotte ist vernichtet.
Onze halve vloot is vernietigd.
Uitslagen: 1156, Tijd: 0.1017

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands