PAUSE MACHEN - vertaling in Nederlands

• pauze nemen
• even pauzeren
• even pauze
• pauze nodig
• pauze inlassen
• pauze maken
• rustig aan doen
• tussenstops

Voorbeelden van het gebruik van Pause machen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Irgendwann müssen Sie Pause machen.
Je moet toch een keer pauze nemen.

Vielleicht solltest du Pause machen?
Misschien moet je rustig aan doen.

Wir sollten eine Pause machen.
We hebben een pauze nodig.

Er muss wohl eine Pause machen.
Hij neemt net even pauze.

Lass uns Pause machen.
Laten we een pauze inlassen.

Wir können Pause machen.
We kunnen wel even pauzeren.

Ich wollte gerade Pause machen.
Ik wilde net 'n pauze nemen.

Ja. Wie lange ihr Pause machen und wo ihr ankommen wollt?
Dat is nog 't belangrijkste. Hoe lang duren je tussenstops en wat is je bestemming?

Hervorragende Idee. Aber erst mal sollten wir Pause machen.
Geweldig idee, maar eerst even pauze.

Prima, wir wollten sowieso gerade eine Pause machen.
Tof, we wilden net 'n pauze inlassen.

Vielleicht solltest du mal Pause machen.
Misschien moet je pauze nemen.

Vielleicht sollten wir Pause machen.
Misschien moeten we even pauzeren.

Vielleicht willst du ja Pause machen.
Misschien wil je even pauze.

Ich wollte gerade Pause machen.
Ik wou net pauze nemen.

Ich werde hier eine Pause machen.
Ik ga hier even pauzeren.

Alex, ich muss Pause machen.
Alex, ik moet een pauze nemen.

Bill, kannst du nicht Pause machen?
Bill, kun je niet even pauzeren?

Ich will jetzt Pause machen.
Ik wil nu een pauze nemen.

Wir wollten gerade Pause machen.
We wilden net even pauzeren.

Wir könnten zusammen Pause machen.
Dan kunnen we samen pauze nemen.