SAGT IMMER - vertaling in Nederlands

zegt altijd
sagen immer
reden immer
sagen meistens
meinen immer
vertelt altijd
zegt steeds dat
spreekt altijd
sagen immer
sprechen immer
zegt graag
zei altijd
sagen immer
reden immer
sagen meistens
meinen immer
zeggen altijd
sagen immer
reden immer
sagen meistens
meinen immer
verteld altijd
zegt telkens

Voorbeelden van het gebruik van Sagt immer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Er sagt immer, wie tapfer du bist,
Hij verteld altijd hoe dapper jij bent
Und sie sagt immer dasselbe.
En ze zeggen altijd hetzelfde.
Mein Verlobter sagt immer, dass wir anderen helfen sollen.
Mijn verloofde zegt altijd dat we anderen moeten helpen.
Meine Mom sagt immer, dass ich zu viel fluche.
Mijn moeder zei altijd dat ik te veel vloek.
Einer von uns sagt immer die Wahrheit, und der andere lügt immer..
Een van ons verteld altijd de waarheid en de andere liegt altijd..
Auch wenn es was anderes ist. Ihr Franzosen sagt immer, das ist dasselbe.
De Fransen zeggen altijd"hetzelfde ook al bedoelen ze iets heel anders.
Beaky sagt immer das Richtige im richtigen Moment.
Beaky zegt altijd het juiste op het juiste moment.
Meine Mom sagt immer: Lebe im Jetzt.
Mijn moeder zei altijd:'Leef in het heden'.
Ihr Menschen sagt immer, ihr wollt keine Gewalt sehen,
Mensen zeggen altijd geen geweld te willen zien,
Einer von uns sagt immer die Wahrheit, Das ist Vorschrift.
Een van ons verteld altijd de waarheid en de andere liegt altijd. Dat is ook een regel.
Er sagt immer etwas Poetisches, oder wir spielen Klavier.
Hij zegt altijd iets poëtisch of we spelen piano.
Simone sagt immer, sie war wie Wasser.
Simone zei altijd dat ze als.
Wer sich versteckt, sagt immer:"Psst.
Mensen die zich verstoppen, zeggen altijd:"Psst.
Keiner sagt immer, was er denkt.
Niemand zegt altijd wat ze denken.
Mama sagt immer, wer zu viel Fisch gefressen hat, soll sich hinlegen.
Mam zei altijd, bij teveel vis moet je slapen.
Elena sagt immer das Richtige.
En Elena zegt altijd het juiste.
Er sagt immer.
Hij zei altijd.
Die Kirche sagt immer, dass unser Glaube… unsere Stärke ist.
De kerk zegt altijd dat ons geloof onze kracht is.
Meine Mutter sagt immer, Liebe geht durch den Magen.
Mijn moeder zei altijd: De liefde van de man gaat door de maag.
Sie sagt immer belanglose Dinge.
Ze zegt altijd irrelevante dingen.
Uitslagen: 351, Tijd: 0.0494

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands