Voorbeelden van het gebruik van Triffst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Du triffst jetzt die Entscheidungen.
Du triffst gute und kluge Entscheidungen.
Triffst du dich wieder mit Fred wegen der Stealth-Farbe?
Ga je weer terug naar Fred voor de Stealth verf?Wenn du ihn triffst, sagst du, du wärest meine Nichte.
Einen Mann wie mich triffst du nicht jeden Tag.
Wenn du eines triffst, musst du von vorne anfangen.
Triffst du jemanden?
Spreek je met iemand af?Triffst du dich mit jemandem? -Gut.
Du triffst keine Entscheidungen für die Band.
Jij neemt geen beslissingen voor de band.Du triffst deine eigenen Entscheidungen.
Jij maakt jouw eigen keuzes.Wieso triffst du sie noch?
Waarom ga je nog met haar om?Du triffst deine Gefährtin an der Ecke.
Je ziet je metgezellin op de hoek.Wenn du Zwillinge triffst, sei nicht so gierig.
Wen triffst du im Wald?
Wie ontmoet je in het bos?Letzte Chance!- Drehen, wenn du auf den Knochen triffst.
Laatste kans. Draai een beetje als je het bot raakt.Warum triffst du dich dann mit mir und bist nicht im Kapitol?
Waarom spreek je dan met mij af en ben je niet in het Capitool?Triffst du dich zur Zeit mit jemandem?
Heb je op dit moment iemand?Du triffst jetzt deine eigenen Entscheidungen.
Je maakt nu je eigen keuzes.Du triffst sicher kluge Entscheidungen.
Je neemt vast goede beslissingen.Warum triffst du dich nicht mit einem anderen?
Waarom ga je niet uit met een ander?
