A KID - vertaling in Nederlands

• een kind
• klein
• een jongen
• jong
• een knul
• een joch
• een jochie
• n kind
• een kindje
• n jongen
• 'n joch
• een jongetje
• 'n knul

Voorbeelden van het gebruik van A kid in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

He's a kid, Mike.
Hij is een jongen, Mike.

A kid like you?
Een jochie zoals jij?

You have a kid with this woman, Sarah Winters.
Heb jij een kind met deze vrouw, Sarah Winters.

I learned to make it when I was a kid.
Ik heb het leren maken wanneer ik klein was.

We could see it when he was a kid.
We zagen het toen hij jong was.

Steve, you have a kid, right?
Steve, je hebt 'n kind, toch?

You will find a kid in it I picked up.
Je treft een joch aan die ik heb opgepakt.

Remember a kid named Robert Walker?
Herinner je je nog een knul genaamd Robert Walker,?

Because a kid at school called you a whore.
Omdat een jongen op school je een hoer noemde.

He's a kid, and you lost him?
Een jochie en jij bent hem kwijt?

I have a kid with ADD.
Ik heb een kind met ADD.

I have worked a farm since I'm a kid.
Ik werk al op 'n boerderij sinds ik klein was.

My mother died when I was a kid.
M'n moeder stierf toen ik jong was.

There were two parents and a kid that went shopping.
Ouders en een kindje dat naar de winkel gingen.

I got a kid with a question.
Ik heb 'n kind met 'n vraag.

A kid from Birmingham.
Een joch uit Birmingham.

We saw you beat up a kid in district 19.
We zagen je een knul in elkaar slaan in het 19e.

I traded sandwiches with a kid named Stuart kramer.
Ik ruilde sandwiches met een jochie genaamd Stuart Kramer.

And found a kid that Aubrey should talk to.
Ik vond een jongen waarmee Aubrey moet praten.

Or a sauna or a vibrator instead of a kid.
Of een sauna of een vibrator in plaats van een kind.