DWELT - vertaling in Nederlands

• woonde
• verbleven
• woonden
• gewoond
• wonen
• verbleef
• heeft gewoond
• zij bleef
• vertoefde

Voorbeelden van het gebruik van Dwelt in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

And the Word was made flesh, and dwelt among us.
En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond.

And he came and dwelt in a city called Nazareth.
En hij kwam en woonde in een stad, genaamd Nazareth.

And they dwelt in the cities of Hebron.
En zij woonden in de steden van Hebron.

And they had dwelt there from that time forth.
En zij hadden daar vanaf die tijd gewoond.

In this mountain dwelt the Sorcerer's greatest enemy.
Op deze berg woonde de grootste vijand van de tovenaar… de Heks van de Vuurberg.

You and I have not dwelt in the same house for many a month.
Jij en ik woonden nog geen maand in hetzelfde huis.

And he dwelt in Samir in mount Ephraim.
En hij woonde te Samir, op het gebergte van Efraim.

And they dwelt there about ten years.
En zij woonden daar ongeveer tien jaren.

And my father dwelt in a atent.
En mijn vader woonde in een tent.

For those who dwelt there previously were of Ham.
Want die van Cham woonden daar tevoren.

And he built the city, and dwelt therein.
Toen bouwde hij die stad op en woonde daarin.

Because these two prophets tormented them that dwelt on the earth.
Want deze twee profeten kwelden degenen, die op de aarde woonden.

And he built the town, and dwelt therein.
En hij bouwde die stad, en woonde in dezelve.

And they went and dwelt among the people.
En zij gingen heen en woonden met het volk.

And he built the city, and dwelt therein.
En hij bouwde die stad, en woonde in dezelve.

For they that dwelt there aforetime were of Ham.
Want die van Cham woonden daar tevoren.

And Abram went to Hebron, and dwelt there.
En Abram ging naar Hebron en woonde er.

And all who dwelt in the house of Ziba were servants of Mephibosheth.
Allen die in het huis van Siba woonden, waren knechten van Mefiboset.

Reveal the evil that dwelt here.
Onthul het kwaad dat hier woonde.

And they went and dwelt with the people.
En zij gingen heen en woonden met het volk.