GET IT - vertaling in Nederlands

• het krijgen
• er
• snap
• snap het
• begrijp het
• haal het
• pak het
• heb
• halen
• breng het
• snap je
• laat het
• doe het
• ga
• zet het

Voorbeelden van het gebruik van Get it in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Get it and be quick about.
Pak het en snel.

Get it out! You brought it here.
Haal het eruit. Jij bracht het hier.

I said, go get it.
Ik zei: Ga het halen.

Yeah, I know, I get it.
Ja, ik weet het, ik begrijp het.

I'm Frank. I get it.
Ik ben Frank. Ik snap het.

But you can get it.
Maar je kunt het krijgen.

And sometimes you get it wrong.
Soms heb je het mis.

I will get it for you.
Ik zal er voor zorgen.

Get it on the air in the next hour.
Breng het in de lucht in het komende uur.

Get it out before I cut you open!
Haal het eruit voordat ik je open snij!

So come on and get it, bitch.
Dus kom en pak het, kreng.

Yeah, I… I will get it for you.
Dat ga ik voor je halen.

But… And I get it.
Maar… En ik begrijp het.

Yeah, Allison, I get it.
Ja, Allison, ik snap het.

No, I said he can get it.
Nee, ik zei hij kan het krijgen.

I get it from my mom.
Heb ik van m'n moeder.

I'm gonna get it today.
Ik ga er vandaag aan.

Get it to Abby for ballistics.
Breng het naar Abby voor de ballistiek.

I get it, man.
Snap ik, man.

Bartholomew! Smithers, get it off me!
Smithers, haal het van me af. Bartholomew!