SEUL - vertaling in Nederlands

• alleen
• één
• enkel
• slechts
• eenzaam
• eén
• zelf
• uitsluitend
• op zichzelf
• enige
• de enige

Voorbeelden van het gebruik van Seul in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Je ne suis pas le seul!
Ik ben niet de eerste.

Et pour un seul?
En voor eentje?

En 1953, il forme son seul groupe en tant que leader.
In 1953 maakte hij zijn eerste plaatopnamen als leider.

Tu es bien le seul.
Dan ben je de eerste.

C'est aussi en 1533 qu'il publie son seul recueil de motets.
In 1554 publiceerde hij zijn eerste missenboek.

elle est notre seul témoin oculaire.
is ze onze enigste ooggetuige.

À vous seul?
In je eentje?

je suis allé seul commande.
Toen ik ging eenzame opdracht.

Je vais, à moi seul, réparer internet.
Ik ga in mijn eentje het internet herstellen.

Un seul, Wren.
Wren. Eentje.

Mais vous, vous êtes le seul à pas vous être laissé faire.
Maar jij, jij bent de eerste die hij niet aankon.

J'ai toujours conscience qu'en tant que musicien, vous travaillez seul.
Ik ben me er constant van bewust dat je als muzikant in je eentje werkt.

Travailler seul et accueillir du public sont des facteurs de risque supplémentaires.
Alléén werken en mensen ontvangen zijn extra risicofactoren.

Je suis le seul, Colonel.
Ik ben maar alleen, kolonel.

Tout est là. Il y a un seul problème.
Er is alleen één probleem.

Il était le seul, l'unique.
Hij was de ware, de ware voor mij.

Seul le groupe Arc-en-ciel est mentionné.
Maar alleen de Regenboogfractie staat vermeld.

Faire une entrevue en privé. Toi seul, avec les missiles.
Om een interview te doen, van jou alleen… met de raketten.

Un seul coup peut te casser le nez
Eén enkele klap kan je neus breken

Le seul jour où j'ai pas mon gilet pare-balles!
Die ene dag dat ik mijn kogelvrij vest niet draag!