Voorbeelden van het gebruik van Beu in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Iedereen is je beu.
Bent u die opstanden niet beu?
Ik was bang dat je het wachten beu werd.
Ik ben dat argument zo beu.
En ik werd dat nooit beu.
Ik was mijn zussen beu.
Ben je het niet beu? Alleen maar omdat we bang voor ze zijn.
Ik ben het beu om ziek te zijn.
Ik was zijn refterdrama toch beu.
Neem ze mee, ik ben ze beu.
Maar ik ben het wachten beu.
Ik ben deze snacks zo beu.
Ik was het universum beu, Doctor.
Of tot je me beu bent.
Ik ben de buren beu.
Lk meen het. lk ben het beu.
Ik ben het beu.
De overwinning Ik was alle argumenten in mijn hoofd beu, de voortdurende stress.
Ik ben 't beu, Jessica.
Ik ben dat zoeken beu.