Voorbeelden van het gebruik van Dat ding af in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Schiet dat ding af, vooruit!
Zet dat ding af.
Grote kerel, kom eens van dat ding af.
Sam, je moet nu van dat ding af.
Rostov, scheer dat ding af.
Kom jij 's van dat ding af.
Ik moet dat ding af.
Zet dat ding af.
Doe dat ding af.
Zet dat ding af.
Ga van dat ding af.
Blijf van dat ding af.
Ik doe dat ding af.
Neem hem dat ding af.
Wanneer doe je dat ding af?
We moeten eerst van dat ding af.
Maak dat ding af en dood de mensheid.
Ze vochten en toen ging dat ding af.
Doe dat ding af bij mij.
Zet dat ding af.