Voorbeelden van het gebruik van Doe dat ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Kom, doe dat ding dicht.
Doe dat ding maar.
Doe dat ding uit, wil je?
Doe dat ding uit!
Ik doe dat ding af.
Doe dat ding af, alsjeblieft. Nee, nee, nee, nee, nee, nee.
Doe dat ding.
Doe dat ding weg, joch!
Doe dat ding af!
Doe dat ding omhoog als je voor me staat!
Doe dat ding weg voor je iemand vermoordt.
Doe dat ding aan!
Doe dat ding dicht.
Doe dat ding af!
Doe dat ding weg, Fendall.
Doe dat ding weg. Straks is iemand z'n oog _ijt.
Sulu, doe dat ding weg.
Doe dat ding af.
Doe dat ding uit!
Doe dat ding af bij mij.