Voorbeelden van het gebruik van Dat ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat ding heeft geluk
Ik probeer uit te zoeken waar dat ding zit.
En je vaardigheden. En dat ding dat je met de.
Kan dat ding niet wat vlotters spelen?
We vragen dat ding niets.
Pak dat ding in, man.
Je deed dat ding met mijn oor.
Voorzichtig. Weet je hoe oud dat ding is?
Zet dat ding uit.
Ik moet vast dat ding voor je doen, hè?
Het gaat geweldig zijn als Supergirl dat ding verdorie verwoest.
Dat ding in mijn kast. Wat, Sari?
En hij doet dat ding met zijn tong.
Ik haat dat ding.
Haal dat ding van je eruit, dan ruk ik 'm eraf!
En je hebt dat ding ook.
Niemand anders doet dat ding.
Daarom duurde het vast jaren voor dat ding binnenkwam.
Hij kan niet praten met dat ding in z'n mond.
Ik dacht dat je dat ding wilde doen.