Voorbeelden van het gebruik van De war in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij is nog steeds in de war.
Ze lijken in de war. Ik weet het niet.
Sorry als ik in de war ben… Oké. Je… Sorry.
Sorry, meneer. Ik ben nogal in de war.
Ze lijken in de war. Ik weet het niet.
Soms raak ikin de war.
Ik ben nu echt in de war.
Mogelijk is je hart ook in de war.
Ari heeft me in de war gebracht?
Ari heeft me in de war gebracht.
Met al dat geschreeuw daarginds. Hij is in de war genoeg.
Je hebt met mij gezoend omdat je in de war was, je bent homo.
Een volle maan stuurt alles in de war.
Eerst dacht ik dat hij grapte of in de war was.
Zoals het garen zei: ik ben helemaal in de war.
Jen is niet zo in de war als je denkt.
Ik ben in de war.
Owen, ik ben ik de war.
doodsbang en in de war.