Voorbeelden van het gebruik van War in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij is erg in de war.
Dat is een War Boy.
Jij bent flink in de war.
Je bent in de war.
Ik was een beetje in de war.
Alstublieft. Ik ben in de war.
Ze lijken in de war. Ik weet het niet.
Je lijkt in de war.
not war.
Gezin met oudere kinderen- Es war sehr gemütlich.
Wat is het precies dat je'in de war brengt?
Hij is flink in de war.
Ze is in de war en heeft geheugenverlies.
Ik ben nu echt in de war.
Teddy, ik ben zo in de war.
Ze lijken in de war. Ik weet het niet.
Ze is in de war.
Hij was die ochtend in de war en ik had.
Gezin met oudere kinderen- War sauber und ordentlich.
genaamd Prophet: Earth War, begon in januari 2016.