Voorbeelden van het gebruik van Dief in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hollin is een dief.
Ik… Ik dacht dat hij een dief was.
Waarom zou ze me vertellen dat ze een dief is?
Was je in Korea ook een dief?
De dief heet Benjamin DiSanto.
Welk soort dief laat dit achter?
Voor een dief is dit het slechtste scenario.
En dus heb ik, Mr Dief, geleerd dat wat ik deed, fout was.
Ik ben geen dief.
Je campagneleider is een dief.
Ik vermoord je, dief.
Ze is ook een dief.
Uitstekend. Dit stuk tuig is een dief.
Soms verraadt een dief zichzelf, zoals… Nee.
De rechterhand van de dief ging ook door het glas.
U bent geen dief, maar 'n captain met de reputatie integer te zijn.
Die dief in het bos.
Wil je met de dief praten?
Hank, ik ben een dief.
Liam Claffin was een dief.