DOELDE - vertaling in Duits

meinte
mijn
bedoelt
denk
zeggen
de mijne
menen
sprach
spreken
praten
hebben
zeggen
woord
pleiten
bezog sich
verwijzen
betrekking
betreffen
gelden
houden verband
refereren
bestrijken
hebben betrekking
doelt
richten zich
spreche
spreken
praten
hebben
zeggen
woord
pleiten
genannten
genoemd
genaamd
vermeld
heet
gegeven
gezegd
naam
verwezen
bijnaam
alias
hinauswollte
bedoelde
doelde

Voorbeelden van het gebruik van Doelde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Maar, nee, ik doelde niet op de muziek.
Aber ich meinte nicht die Musik.
Ik doelde op hem.
Ihn meine ich.
Voor de volledigheid, je doelde op mij, toch?
Um sicher zu gehen, Sie sprachen von mir, oder?
Ik denk dat ze op de explosie doelde.
Ich glaube, sie meint die Explosion.
En ik weet zeker dat ze op Johannes en mij doelde.
Und ich bin ganz sicher, dass er von Johannes und mir spricht.
Vroeg ik of je op de campagne doelde of op mij.
Und ich dich fragte, ob du die Kampagne oder mich meintest.
Dat is zeker niet de verzachtende omstandigheid waar je op doelde.
Sind das etwa die entlastenden Fakten, von denen du sprachst?
Doelde je daarop bij Women Unite for Change?
Sprachen Sie bei Women United for Change" darüber?
Niet waar ik op doelde, maar interessant dat je daar aan dacht.
Das meinte ich nicht,- aber interessant, dass du das sagst.
Jezus doelde op zulk een paradox toen hij zei.
Jesus spielte auf dieses Paradox an, als er sagte.
Hij doelde meer op het geloof dat de mens in zijn medemens moet hebben.
Er dachte mehr an das Vertrauen, das der Mensch zu seinem Mitmenschen haben sollte;
Penny doelde op hetzelfde.
Penny hat vorhin dasselbe angedeutet.
Hij doelde op anderen.
Damit meinte er noch mehr Leute.
Ik doelde op die dames.
Ich mein die Damen hier.
Ik doelde op je moeders kleine schuilplaats in de bossen.
Auf den kleinen Zufluchtsort deiner Mutter im Wald bezogen. Ich habe mich eher.
Ik doelde op Abigail.
Ich meinte damit Abigail.
Ik doelde op je mentale staat.
Ich spiele auf Ihren Geisteszustand an.
Ik doelde op ballistiek.
Ich spiele auf Ballistik an.
Daar doelde ik op, majesteit.- Ja.
Darauf spielte ich an, Majestät. Ja.
Ik doelde niet op de President.
Damit meinte ich aber nicht den Präsidenten der USA.
Uitslagen: 105, Tijd: 0.0683

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits