Voorbeelden van het gebruik van Echt gedaan in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft het echt gedaan.
Hoe heb je het echt gedaan?
Papa heeft het echt gedaan.
Je hebt het echt gedaan.
Jullie stommeriken hebben het echt gedaan.
We hebben het echt gedaan.
Hij wordt gezien als iemand die het echt gedaan heeft.
Dat heb ik niet echt gedaan.
Mijn god, Anwar, je hebt het echt gedaan.
Heb je dit echt gedaan?
Heb je het echt gedaan?
Jeetje. Heb je het echt gedaan?
Je hebt het echt gedaan.
Dus je hebt het echt gedaan.
Je hebt het echt gedaan.
Heb je 't echt gedaan?
Ze heeft het echt gedaan.
Je hebt het echt gedaan.
Nacho, je hebt het echt gedaan.
Je hebt het echt gedaan.