Voorbeelden van het gebruik van Echt geluk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je hebt echt geluk, vind je niet?
Ja, we…, we hadden echt geluk.
We hebben echt geluk met het weer vandaag.
Dus, ik… wij hadden echt geluk.
je hebt echt geluk.
Het bracht dus echt geluk.
Ik denk dat ik vandaag echt geluk heb.
Maar u hebt echt geluk gehad.
Je hebt echt geluk.
Dat ding brengt dus echt geluk.
Justine heeft echt geluk.
Jullie hadden echt geluk.
Jij hebt echt geluk.
Veel een-op-een-tijd met mijn kinderen doorbrengen. Ik heb echt geluk want ik kan.
Jullie hebben echt geluk.
Je hebt echt geluk.
Kapiteins, eerste stuurmannen, matrozen, ik heb echt geluk.
Annie, je hebt echt geluk.
Je hebt echt geluk.
Het was echt geluk.