Voorbeelden van het gebruik van Even uitrusten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Goed. Mag ik even uitrusten?
Wilt u misschien even uitrusten?
Ik moet even uitrusten.
Gaat het? Ik moet even uitrusten. Ja.
Ja dus. We moeten even uitrusten.
Ik laat ze even uitrusten.
Goed. Je moet even uitrusten.
Wil je niet even uitrusten?
Laat haar even uitrusten.
Wil je niet even uitrusten?
We laten je moeder even uitrusten.
Alsjeblieft. Laat me even uitrusten.
Oké. Ze mogen even uitrusten.
Lara, zullen we even uitrusten?
Ik moet even uitrusten.
Ik moet nu echt even uitrusten, Derek.
Ik moet even uitrusten.
Laten we hier gewoon zitten… en even uitrusten.
We moeten even uitrusten.
Mijn been. Ik moet even uitrusten.