Voorbeelden van het gebruik van Gaaf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De actie is echter helemaal gaaf.
Softbal, gaaf.
Gefeliciteerd, luitenant. Gaaf feest.
Ik ben erg onder de indruk van je. Gaaf.
Voetbal is zo gaaf.
Dat is een gaaf wapen, Mr. McCaleb.
Het is verdomd gaaf.
CIA-veilingen zijn gaaf.
Sommige vliegen zijn te gaaf voor de muur.
Maar dat is wel een heel gaaf shirt trouwens.
Nee, nee, niet gaaf. Gaaf.
Het was zo gaaf.
Ze was best gaaf.
Hij is geen gaaf, knap, macho type.
Gaaf speelgoed!
Ze zijn gaaf.
Ik vind je laarzen echt heel gaaf.
Het is zo gaaf.
Wat hebben we wel in de hand? Gaaf.
Dit is gaaf.