Voorbeelden van het gebruik van Het vlees in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het vlees is klaar, met speciale aardappelen!
Ook mensen jagen ze, voor het vlees en de hoorns.
Doorn in het vlees.
Al het vlees vergaat.
Rory. Maar het Vlees wil ons nu vermoorden.
Gelukkig heb jij je niet over het vlees ontfermd.
Het vlees staat in de oven.
wordt er op hem gejaagd voor het vlees.
Zij zijn het vlees, wij de slager.
Larry, kom het vlees snijden!
Het vlees smaakt goed.
Viscacha's worden fel bejaagd voor de vacht en het vlees.
Wie heeft er het meeste vlees opzitten?
Bedankt voor het vlees.
Ook worden ze gestroopt voor de wol en het vlees.
O, Thomas, het vlees.
En al het vlees is gras.
De moerasmeerkat wordt bejaagd om het vlees.
Dat staat in de oven. Lieverd, het vlees.