Voorbeelden van het gebruik van Het zit in in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het zit in het midden van het pakket.
Het zit in de familie. Derde.
Het zit in onze harten.
Het zit in hun soep.
Goed zo. Het zit in de familie.
Het zit in onze genen.
Het zit in zijn rug.
Het zit in een dode sensorzone.
Het zit in zijn aard om levens te willen redden.
Het zit in je bloed, niet?
Het zit in de val.
Het zit in m'n tas.
Het zit in mij.
Het zit in je studie, dokter.
Het zit in je tas.
Het zit in capsules.
Derde. Het zit in de familie.
Het zit in m'n schoen.
Het zit in de doekjes.
Het zit in je kies.