Voorbeelden van het gebruik van Hij zit vol in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij zit vol met hasj.
Helaas, hij zit vol stoom!
Hij zit vol biljartkeus en sigaren.
Hij zit vol menselijk uitschot.
Hij zit vol verrassingen.
Hij zit vol drank en zelfmedelijden.
Hij zit vol beloften daarboven, of niet soms?
Hij zit vol gezwellen, en jij onderzoekt zijn krediet status?
Hij zit vol.
Hij zit vol, meneer.
Hij zit vol.
Hij zit vol troep.
En hij zit vol verzadigde vetten.
Hij zit vol geld.
Hij zit vol liefde en begrip.
Hij zit vol: marine-GPS, met geluid.
Prijzen. Hij zit vol met.
Hij zit vol pis!
Hij zit vol schutters.
Hij zit vol negatieve energie.