HIJ ZOU - vertaling in Duits

• er würde
• er sollte
• er wollte
• er könnte
• er versprach
• er müsste
• er sagte
• er dürfte
• er wird
• er soll
• er wurde
• er will
• er kann
• soll er
• er werde
• er muss
• er konnte

Voorbeelden van het gebruik van Hij zou in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij zou de mannen in harnassen doden
Er versprach, die Männer in ihrer Eisenkluft zu töten

Hij zou z'n nicht Aelfwynn kunnen troosten.
Er könnte seiner Cousine Aelfwynn Trost spenden.

Hij zou hier vandaag zijn.
Er müsste hier sein.

Hij zou me in 't Casino ontmoeten.
Er sollte mich im Casino treffen.

Hij zou Assad verraden voor 25 miljoen dollar.
Er wollte Assad für 25 Millionen Dollar verraten.

En hij zou.
Und… er würde.

Hij zou naar tafel 19 komen.
Er sagte, Tisch 19.

Hij zou het beleid van zowel Hendrik de Vogelaar als Otto I volledig ondersteund hebben.
Er dürfte die Politik Heinrichs I. und Ottos I. voll unterstützt haben.

Hij zou haar vanavond meenemen naar 't hotel.
Er versprach, sie ins Hotel zu bringen.

Hij zou hier een week of twee terug zijn geweest.
Er müsste vor etwa zwei Wochen hier gewesen sein.

En hij zou Steve Christensen ontmoeten….
Und er sollte Steve Christensen treffen.

Hij zou ook komen
Er wollte kommen, auch

Hij zou op een ezel dingen naar de markt brengen.
Er würde einen Esel reiten und etwas zum Markt bringen.

Hij wist dat hij zou sterven.
Er wusste, er könnte sterben.

Hij zou z'n vader toch niet doden!
Er wird doch nicht seinen Vater getötet haben!

Hij zou me bellen, gisteren al.
Er sagte, er rufe gestern an.

Hij zou snel terug moeten zijn.
Er dürfte bald zurück sein.

Hij zou je beschermen en stuurde je toen weg.
Er versprach, dich zu beschützen, aber schickte dich weg.

Hij zou het jullie vertellen als hij er klaar voor was.
Er wollte es Ihnen sagen, wenn er bereit ist.

Nee, hij zou niet vluchten.
Nein, er sollte nicht abhauen.