HIJ ZOU - vertaling in Frans

• il allait
• il serait
• il devait
• il ne
• il pourrait
• il ferait
• il a dit
• il aurait
• il voulait
• il avait promis
• il était supposé
• il est censé être
• il y

Voorbeelden van het gebruik van Hij zou in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Hij zou tijdens zijn gehele voetballoopbaan geen strafschop hebben gemist.
Il ne marquera aucun point au Championnat du Monde des pilotes pendant sa carrière.

Hij zou prutsen en verliest zijn familie,
Il pourrait déranger et de perdre sa famille,

Hij zou de stoelen laten staan!
Il avait promis de laisser les fauteuils!

Hij zou hier zijn.
Il était supposé être là.

Hij zou me opzoeken in m'n dromen.
Il a dit qu'il me retrouverait dans mes rêves.

Hij zou alles voor je doen.
Il ferait tout pour toi.

Hij zou me laten overkomen,
Il voulait me faire venir

Hij zou 50 zijn geworden.
Il aurait eu 50 ans.

Hij zou ons nooit verraden.
Il ne nous trahirait jamais.

Hij zou hebben-opleidingen gevolgd aan de Columbia University.
Il pourrait avoir pris des cours à l'Université de Columbia.

Hij zou platenproducent zijn.
Il est censé être producteur de disques.

Hij zou politieagent moeten zijn.
Il était supposé être un flic.

Hij zou me helpen, maar heeft me bedrogen.
Il avait promis de m'aider et m'a trahie.

Hij zou een formidabele tegenstander zijn.
Il ferait un adversaire redoutable.

Hij zou mijn jongen vermoorden
Il a dit qu'il tuerait mon enfant

Hij zou.
Il aurait.

Hij zou me dit nooit laten tekenen.
Il ne me laisserait jamais signer.

Hij zou me ontslaan, als ik het niet deed.
Il voulait me virer si je ne la faisais pas descendre.

Hij zou de tijd van zijn afspraak kunnen veranderen tot woensdagochtend.
Il pourrait changer le moment de son rendez-vous pour le mercredi matin.

Hij zou een uitstekende plaatsvervanger zijn?
Il ferait un excellent adjoint.- Comment l'avez-vous su?