Voorbeelden van het gebruik van Jij ging in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En jij ging niet met de zwakkeren om?
Jij ging tegen haar in, in dezelfde zaak die leidde tot haar ontslag.
Goed, Tony. Jij ging ons vertellen hoe vreselijk slim je bent.
Billy Blue. Jij ging naar Missy.
Jij ging weg.
Jij ging het toch repareren?
En jij ging niet met de zwakkeren om?
Mam, jij ging toch met die vent van Friends?
Jij ging niet naar de diploma-uitreiking.
Jij ging er dus vanuit dat ik te koop was.
Jij ging het niet doen.
Jij ging van de ene vijand naar de andere.
Hij ligt daar en jij ging net weg… En wat?
Jij ging naar Cornell?
Maar jij ging weg.
Maar jij ging onze nieuwe papa worden.
Jij ging niet mee?
Jij ging twee keer naar dezelfde winkel in 1 week.
Jij ging hem doden.
Jij ging toch weg voor school?