Voorbeelden van het gebruik van Meid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jouw meid kocht toch ook vaak op de zwarte markt?
Meid, je bent een door-en-doorzetter.
Man. Die meid is de duivel.
De meid die voor je danst.
Hé, meid, hoe gaat het?
En Annie, m'n kleine meid.
Je meid heeft talent.
Je meid moet oppassen.
Charlotte? De meid neemt het over. Charlotte?
Die meid is vast lingeriemodel geweest.
Heeft m'n meid gebeld?
Deze meid is Wonder Woman.
Die meid die ze in de Bronx arresteerden, Lisette Rivera.
Kijk eens wat een mooie meid.
Hoe gaat het? Hé, meid.
Tia, meid, we moeten praten.
Mijn kleine meid Gina… Ze is pas twee jaar.
Er is een meid in mijn app.
Besluit ze om de meid zelf te verleiden. In plaats van George te confronteren.
Zo heb ik 'n meid nog nooit zien drinken.