OPSCHIETEN - vertaling in Duits

• los
• schnell
• Beeilung
• Bewegung
• auskommen
• vorankommen
• beeil dich
• verstehen
• dich beeilen
• schneller
• beeile dich
• auszukommen

Voorbeelden van het gebruik van Opschieten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Opschieten anders missen we mijn contactpersoon.
Beeilung, sonst verpassen wir meinen Kontakt.

Opschieten. De mensheid groet u.
Verstehen Sie uns? Grüße von der Menschheit.

Opschieten, Will.
Schnell, Will.

Opschieten, Fi.
Fi, beeil Dich.

zouden wij sneller opschieten.
würden wir schneller vorankommen.

Ja, bedankt. Ik moet opschieten.
Ja, danke, aber ich muss los.

Opschieten. Geen alarm.
Bewegung. Keinen Alarm auslösen.

Gaston Opschieten, daarboven! Gaston!
Gaston. Beeilung da oben! Gaston!

Opschieten, Butters. Geen tijd te verliezen!
Keine Zeit zu verlieren. Schnell, Butters!

Opschieten, Clarke.
Beeil dich, Clarke.

We kunnen goed met elkaar opschieten en je bent zo sexy.
Ich weiß. Wir verstehen uns gut, und du bist sexy.

We moeten opschieten.
Wir müssen vorankommen.

Niemand kan met 'm opschieten.
Mit dem kann überhaupt nie jemand auskommen.

We moeten ze vermoorden. Opschieten.
Wir müssen sie umbringen. Los.

Je moet opschieten, ik heb maar een kwartier pauze.
Du musst dich beeilen, ich habe nur 15 Minuten Mittagspause.

Opschieten, Caffrey.
Bewegung, Caffrey.

Opschieten, BB-8!
Beeilung, BB-8!

Opschieten, ik heb een date.
Schnell, ich habe ein Date.

Opschieten, Mike.
Beeil dich, Mike.

wij nu zelfs sneller opschieten.
wir vielleicht sogar schneller vorankommen.