Voorbeelden van het gebruik van Onrustig in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bent onrustig, bidden helpt.
Ik ben onrustig en opgewonden. Zoiets dus.
Mijn manschappen wachten op bevelen. Ook zij zijn onrustig.
Was uw andere kleine jongen onrustig als een pasgeborene?
Hij was heel onrustig.
Je bent zo onrustig.
Lange tijd blijft het onrustig op de taximarkt. TTO's.
Als ze onrustig zijn, verveelt u ze.
Ze is onrustig als de rusteloze zee.
Deze extra energie is wat kan maken sommige mensen onrustig en slapeloze.
Omdat het vroeger vaak onrustig was.
Hij was erg onrustig.
Dingen zijn een beetje… onrustig thuis.
Je lijkt wat onrustig.
Hij is vreselijk onrustig.
Hij is absoluut niet onrustig maar vertrouwt zijn volk.
Als ze onrustig zijn, dan verveel je ze.
De financiële markten waren wederom onrustig.
Bij het aanbreken van de dag is de zee grauw en onrustig.
Deze extra energie is wat kan maken sommige mensen onrustig en slapeloze.