Voorbeelden van het gebruik van Trilt in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als je mond trilt of als je neus jeukt.
Je trilt. Drie dagen.
Mijn hand trilt ook.- Het spijt me.
buigt, trilt of vibreert.
Ik heb het koud. Je trilt.
Hier trilt het.
Als je mond trilt of je neus jeukt.
Je trilt. Wat is er?
Mijn hand trilt ook.- Het spijt me.
Het trilt en het zet golven op.
Ebbenhouten gefluister, een lip die trilt, zachtjes in de nacht.
Mijn toestel belt of trilt niet wanneer ik een oproep of bericht ontvang.
Mijn hand trilt, lief.
Je trilt een beetje.
Alle energie trilt op een bepaalde frequentie.
Mijn hand trilt ook.
Wat als het oog trilt?
Kijk hoe zijn kinnetje trilt.
Mijn toestel belt of trilt niet wanneer ik een oproep of bericht ontvang.
Ze trilt omdat ze van streek is.