Voorbeelden van het gebruik van Trilt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil een crossfiets en zo'n gamestoel die trilt.
Telkens als je afwacht, trilt je lip.
Mijn hart trilt bij de de gedachte om jou te verliezen.
Als je hem krabt, trilt zijn been dan niet?
Hoe lang trilt die hand al?
Oké, waarom trilt je hand dan?
Kijk, mijn hand trilt, dit is vreselijk.
Waarom trilt en trekt mijn auto naar rechts?
Wanneer we gezond zijn, trilt alles in ons lichaam in harmonie of resonantie.
Je trilt aan de linkerkant.
Al mijn lichaam trilt en ik sta op het punt te bereiken!
Het hele gebouw trilt en het creëert hitte.
Je linkerhand trilt als een bedspiraal in een hotel.
Het bed trilt zo erg dat ik overbodig ben geworden.
De grond trilt, juf Hoover.
Behuizing trilt door luidsprekers;
Weet je dat je trilt als je liegt?
In zekere zin is dat waar, omdat alles trilt.
Men droomt Op je lippen voel je een kus Die trilt zoals een klein diertje.
Mijn hand trilt.