Voorbeelden van het gebruik van Afdoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil hem niet afdoen.
Je kunt dat ding afdoen.
Die kun je nu wel afdoen.
Je kunt dat gasmasker afdoen.
Je mag nu je helm afdoen.
Moet ik deze afdoen?
Ik moet mijn handdoek afdoen.
Mevrouw Manion, kunt u uw hoed afdoen?
Ik kan hem niet afdoen.
Als jullie je polsbanden afdoen, dan vermoorden jullie hen niet alleen.
Mr McClure… wilt u die bril afdoen en de bovenste rij voorlezen?
Waarom moest je je pet afdoen?
Ik zal dit nooit meer afdoen.
Zij hebben ruime zaadkorrels en afdoen metaal is blijje gezwind.
Kan ik die stropdas afdoen?
Ze zou het nooit vrijwillig afdoen.
Wou je 't afdoen met vijf dollar?
Ik wil niet afdoen aan je jaren van loyaliteit.
Dame, afdoen, dat glimt teveel in het donker.
Je mag hem afdoen als je wilt.