Voorbeelden van het gebruik van Afstandelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Te afstandelijk.
Watermannen zijn koel en luchtig, afstandelijk en vrijstaande.
Hoe kun je niet afstandelijk zijn?
Ben je daarom zo afgeleid en afstandelijk de laatste tijd?
Je was de hele week afstandelijk, er is iets?
ben je elitair en afstandelijk.
Ze leek een beetje afstandelijk de laatste tijd.
De laatste tijd is ze afstandelijk.
En m'n moeder is inderdaad nogal afstandelijk.
Beter dan kil en afstandelijk.
En afstandelijk.
Uitgeruste stranden zelden(in de periode) en afstandelijk.
Denkers zijn ook afstandelijk, kieskeurig en kritische.
Andere rechters zijn zo afstandelijk.
Hij is wat afstandelijk de laatste tijd.
Afstandelijk.
Ze was altijd afstandelijk, toch wel.
Die afstandelijk en ontoegankelijk waren.
Uw zoon is erg afstandelijk, hij lijkt ongeïnteresseerd in zijn lot.
Hij moet onberoerd, afstandelijk, klinisch en objectief blijven.