Voorbeelden van het gebruik van Dom in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Geloof me, ik weet hoe dom dat klinkt.
Je was zo arm en dom mogelijk.
De lume is dom helder en meer dan je ooit nodig.
Hoe dom, niet mijn mond open;
je het mis hebt want zo dom is hij niet.
Hij was echt dom.
Misschien omdat we niet willen kijken dom als we falen.
Ik bedoel nee, ben je dom of zo?
Excuseer mij, ik ben dom geweest om mijn paraplu aan m'n vriend te geven.
Deze heeft 'n grotere lijst? Wat ben jij dom,!
Wat ben ik toch dom.
Dan ben je roekeloos en dom.
De erger dat kan gebeuren is dat je zult kijken dom.
ben je gewoon heel erg dom?
Ik besloot mijn huis zelf te verkopen. Dom.
Ik weet zo al dat je dom bent.
Je bent een goed mens, maar je kunt zo dom zijn.
Het is gewoon dom en plezier.
Met de andere jongens vechten is echt dom.
Hoog als een vlieger, dom als een karper.