HIJ DOET HET - vertaling in Frans

• il le fait
• il va
• il marche
• il est
• il le fera
• il couche

Voorbeelden van het gebruik van Hij doet het in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Maar hij doet het nooit echt.
Mais il ne le fera jamais.

Hij doet het heel goed, mam.
Il fait du très bon boulot, Maman.

Hij doet het niet.
Mais il ne le fait pas.

En hij doet het.
Et il passe!

Hij doet het voor het geld.
Il ne fait ça que pour le fric.

Hij doet het anders. Hij slaat iets over.
Il fait en sorte de sauter un temps.

Hij doet het weer.
Il réussi ça encore.

Hij doet het om mij te treiteren!
Il fait ça pour me narguer!

Hij doet het goed.
Il fait du bon boulot.

Hij doet het omdat hij haar moet hebben.
Il fait ça parce qu'il doit l'avoir.

En hij doet het nooit.
Et il ne le fait jamais.

Hij doet het vanuit dezelfde terminal zoals hij ook mijn computer binnenkwam.
Il fait la même chose depuis le terminal qu'il a utilisé pour mon ordinateur.

Hij doet het met iedereen erbij.
Il deale en public.

Hij doet het goed ook!
Tu te débrouilles bien!

Hij doet het maar.
Fais-la lui jouer.

Hij doet het tegenovergestelde van wat je verwacht.
Il fait l'inverse de ce que l'on attend.

Hij doet het met een Colombiaanse.
Il fricote avec une Colombienne.

Hij doet het zo weer als ik dat zeg.
Et il le refera, si je lui demande.

Hij doet het al veel, veel langer.
Il fait ça depuis longtemps, bien plus longtemps.

Hij doet het de hele tijd.
Il fait ça tout le temps.