IK BEN IN DE BUURT - vertaling in Frans

• je suis là
• je suis dans le coin
• je suis près
• je ne suis pas loin
• je serai dans le coin
• je suis proche
• je suis dans la zone

Voorbeelden van het gebruik van Ik ben in de buurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Ik ben in de buurt als je me nodig hebt, oke?
Je serai pas loin si tu as besoin de moi, ok?

Ik ben in de buurt van het station.
Je suis aux environs de la gare.

Ik ben in de buurt, eigenlijk.
Je suis en ville, en fait.

Ik ben in de buurt.
Je serai à proximité.

Als ik kan helpen, ik ben in de buurt.
Si tu as besoin de quoi que ce soit, je serai pas loin.

Ik ben in de buurt en ik weet dat Charlie het haat…
Je suis dans le coin, et je sais que Charlie déteste ça,

Ik ben in de buurt van de basis en ik heb een paar woningen die ik wil laten zien.
Je suis près de la base, et j'ai une liste de maisons à louer pour vous.

Ik ben in de buurt van de volgende president van de Verenigde Staten, Tom.
Ça veut dire que je suis proche… du prochain président des États-Unis, Tom.

Nu, ik moet vertrekken, want ik ben in de buurt van het hebben van een melt-down.
Maintenant, je dois partir parce que je suis près d'avoir un effondrement.

ik terug ben in een fysiek lichaam, maar ik ben in de buurt van al diegenen die mij aanroepen,
je suis de retour dans un corps physique mais je suis la près de tous ceux qui m'appellent, près de tous ceux qui se rassemblent à deux

ik terug ben in een fysiek lichaam, maar ik ben in de buurt van al diegenen die mij aanroepen, van al degenen die zich verzamelen met
je suis de retour dans un corps body mais je suis la près de tous ceux qui m'appellent, près de tous ceux quass sablen à to deux

Ik was in de buurt en vroeg me af.
Donc j'étais dans le quartier, et je me demandais si.

Ik was in de buurt.
J'étais dans les parages.

Ik was in de buurt… ongeveer 70 blokken hiervandaan.
J'étais dans le quartier… à plus ou moins 70 pâtés de maisons.

Ik was in de buurt. Ik dacht, ik neem de jongens mee.
Je passais dans le coin, je vais ramener les garçons.

Ik. Ik was in de buurt.
J'étais dans le coin.

Ik was in de buurt en ik moest me nodig douchen.
Je passais dans le coin et j'avais besoin d'une douche bien chaude.

Ik was in de buurt.
Je passais dans le coin.

Ik was in de buurt en ik heb wat voor je gekocht.
Je passais dans le coin, et j'ai un cadeau.

Ik was in de buurt en dacht.
Je passais dans le coin et.